Het hoorde er nu eenmaal bij, een nieuwe stad stichten. De oude hoofdstad was één van de grootste en mooiste steden van het toenmalige Europa, maar dat was niet voldoende. Het stichten van een nieuw Kalifaat diende luister te worden bijgezet en dan was een nieuwe stad eigenlijk een vereiste. Zo hadden de Abbasidische Kaliefen Bagdad gesticht en waren de Fatimidische Kaliefen de stichters van Cairo. En dus gaf Abd-ar-Rahman III, nadat hij in 929 het Kalifaat had uitgeroepen, opdracht om op zo’n 5 kilometer van zijn oude hoofdstad Cordoba de nieuwe stad Madinat al Zahra te stichten. Een luisterrijke stad, gebouwd in de bloeiperiode van het islamitische Spanje. Kosten noch moeite werden gespaard, omgerekend zouden de stichtingskosten een half miljard euro hebben bedragen. Slechts 70 jaar na de stichting, kort na 1010, werd de stad tijdens een burgeroorlog verwoest en vervolgens vergeten. Tegenwoordig is Madinat al Zahra met haar 112 hectare één van de grootste archeologische vindplaatsen van Europa en, samen met het bijbehorende museum, een bezoek meer dan waard.
Doelbewuste politiek
Het stichten van Madinat al Zahra en het uitroepen van het Kalifaat was onderdeel van een doelbewuste politiek van Abd-ar-Rahman III. Toen hij in 912 aan de macht kwam als emir van Cordoba, was Al-Andalus, het islamitische Spanje, verdeeld. De plaatselijke machthebbers gingen hun eigen gang en zelfs de kleine christelijke koninkrijkjes in noord-Spanje begonnen voorzichtig aan een opmars. Met een combinatie van militaire actie, diplomatie en intimidatie wist Abd-ar-Rahman geleidelijk aan heel Al-Andalus weer onder zijn gezag te brengen. Opvallend was dat zijn elitetroepen grotendeels bestonden uit soldaten van Slavische afkomst, die ofwel als slaaf, ofwel als piraat of huurling in Spanje terecht waren gekomen. De Slaven (saqalibah) behoorden tot de meest vertrouwde dienaren van de Kalief en boden een natuurlijk tegenwicht tegen de machthebbers van Moorse en Berberse afkomst. Opvallend was ook het uiterlijk van Abd-ar-Rahman: deze afstammeling van de arabische veroveraars had blauwe ogen en rossig haar, een teken dat hij ook Spaanse christenen onder zijn voorouders had.
Het uitroepen van het Kalifaat was een middel bij uitstek om het gezag en prestige van Abd-ar-Rahman boven de andere machthebbers te verheffen en zo zijn rijk te verenigen. Het was ook een manier om zich te profileren tegenover de Fatimiden, die in 910 in Noord-Afrika hun Kalifaat hadden uitgeroepen. Dat de sjiitische Fatimiden zich opwierpen als leider van de gelovigen was voor de soennitische moslims in Spanje onverteerbaar en een reden te meer om een eigen Kalifaat uit te roepen. De “echte” Kalief in Bagdad kon slechts toekijken.
Zuilen uit Constantinopel
De naam Madinat al Zahra (ook wel Medina Azahara genoemd) was zorgvuldig gekozen. “Al Zahra” betekent “de schitterende” en ook “de bloeiende” en gaf zo de welvaart en macht van het rijk weer. Maar al-Zahra verwijst ook naar Fatima al-Zahra, de dochter van Mohammed en voorouder van de sjiitische imams. Daarmee was Fatima al-Zahra een belangrijk symbool voor de Fatimiden en was de naam Madinat al-Zahra voor Abd-ar-Rahman een middel om zijn ambities ten opzichte van de Fatimiden te onderstrepen.
De bouw van Madinat al Zara begon in 936. Volgens de schrijver Al-Makkari werden dagelijks 6000 blokken natuursteen aangevoerd, waarvoor 1000 muildieren en 800 kamelen werden ingezet. Volgens de verhalen werden bouwmaterialen van heinde en verre aangevoerd, zo zouden marmeren zuilen uit Constantinopel en Damascus zijn gebruikt, een vergulde fontein kwam uit Constantinopel en een fontein van groen marmer uit Syrië. Dat de bouwmaterialen van heinde en verre kwamen verhoogde het prestige van Abd-ar-Rahman. Alleen het beste was goed genoeg voor hem en hij had de macht het te verwerven. Een mooi pr-verhaal, maar slechts voor een klein deel waar. Verreweg de meeste bouwmaterialen kwamen uit de omgeving van Cordoba, zo heeft recent archeologisch onderzoek aangetoond.
Overigens waren er wel degelijk contacten tussen Cordoba en Constantinopel. Kalief Abd-ar-Rahman onderhield warme diplomatieke betrekkingen met de christelijke Byzantijnse keizer Constantijn VII Porphyrogennetos en er zijn ongetwijfeld geschenken uitgewisseld. Beide heersers waren goede bestuurders en liefhebbers van kunst en cultuur. Constantijn schreef het “Boek der Ceremoniën”, dat ook invloed zou hebben op het ceremonieel aan het hof van de Kaliefen.
Goud, marmer – en kwik
Madinat al Zahra bestond uit twee delen: de stad zelf en de residentie van de Kalief met het regeringscentrum. Residentie en regeringscentrum lagen hoger dan de stad, op terrassen tegen een berghelling aan. Officiële bezoekers naderden residentie uit het oosten. Aan de rand van een groot plein, geschikt voor militaire parades en ontvangsten, lag de indrukwekkende ingang met 7 bogen. Boven de middelste boog stond een toren met balkon, waar de Kalief de parades kon bijwonen en heel soms belangrijke bezoekers welkom heette. Via een zigzag lopende helling ging de bezoeker naar de grote binnenplaats. Langs de hele route was een verhoging waarop de wachters van de Kalief in een lange rij konden plaatsnemen, om zo de macht en luister van de Kalief zichtbaar te maken. Aan de binnenplaats lag rechts een hal waar de bestuurders van het rijk hun werk deden, verzoeken ontvingen en besluiten bekend maakten. Links lag de ontvangsthal van de Kalief met daarachter een grote tuin volgens Perzich ontwerp. Midden in de tuin lagen rechthoekige vijvers en een Paviljoen. Alles was uitgevoerd in marmer en uitbundig versierd. In de ontvangsthal stonden naar verluid 12 gouden beelden van dieren en er lag een bassin gevuld met kwik. Er was een mechanisme dat het kwik kon doen golven of stromen, wat spectaculaire lichteffecten tot gevolg had en wat onwetende bezoekers danig kon intimideren.
Fraaie 3d-reconstructies
Kwik, goud en marmer zijn al eeuwen verdwenen. Toch is het mogelijk een behoorlijk beeld te krijgen van Madinat al Zahra. Dat komt door de opgraving van het complex en het gedeeltelijk reconstrueren van bogen en ruimtes, waaronder de ontvangstzaal van Abd-ar-Rahman. Een nog beter beeld krijgt de bezoeker door ook het nabijgelegen museum te bezoeken. Dit moderne museum, geopend in 2008, ligt net buiten het archeologisch terrein en heeft een bijzondere en toch onopvallende architectuur. Naast het museumgedeelte is er een depot voor de materialen en voorwerpen die zijn opgegraven en een restauratie-atelier. Want de opgravingen gaan door, meer dan 80% van de stad ligt nog onder de aarde.
Het museum geeft met een combinatie van voorwerpen, kaarten en 3D-computertechnieken een goed beeld van stichting, structuur en bewoning van stad en residentie. Fraai is bijvoorbeeld een 3D-animatie van een ontvangst van een gezantschap voor de Kalief in zijn grote ontvangsthal. Prettig is ook dat de teksten niet alleen in het Spaans maar ook in het Engels beschikbaar zijn (een heel verschil met met oudere Archeologisch Museum in Cordoba zelf).
Voor degene die na een bezoek aan de Mezquita in Cordoba meer wil weten over het Spanje tijdens het Kalifaat is Madinat al Zahra zeker een aanrader.
Er geweest: oktober 2010
Bezoek: Madinat al Zahra ligt ruim 5 km ten westen van Cordoba, Spanje.
Meer informatie:
Officiële site: www.juntadeandalucia.es/culture/museums/CAMA
Google maps: http://tinyurl.com/32cnpqa
Abd-ar-Rahman: http://en.wikipedia.org/wiki/Abd-ar-Rahman_III
Architectuur museum: http://tinyurl.com/2w4jltq
Henri Stierlin, Wereldgeschiedenis van de Architectuur: Islam – Van Bagdad tot Cordoba, Taschen 1996
Tags: Abd-ar-Rahman, Moors Spanje