De tekst op deze donkere zuil is één van de beroemdste en oudste geschriften ter wereld. Beroemd vanwege zijn ouderdom: meer dan 3700 jaar geleden werd de tekst uitgehakt in het zwarte basalt van de zuil. En beroemd omdat na de opgraving van de zuil in 1901 werd geconcludeerd dat dit de oudste overgeleverde wetstekst ter wereld moet zijn. Ouder bijvoorbeeld dan de wetten op de stenen tafelen van Mozes. Daarmee markeert deze met spijkerschrift volgeschreven zuil een belangrijke stap in de ontwikkeling van de mensheid.
De zuil stond oorspronkelijk op een plein in het oude Babylon, ruim 100 km ten zuiden van het huidige Bagdad in Irak. Babylon was één van de belangrijkste steden in Mesopotamië, het vruchtbare land van Eufraat en Tigris. De zuil was bewust zo opgesteld dat iedereen hem kon zien. De auteur van de tekst kondigt zichzelf bescheiden aan als “de zon van de stad Babylon, hij die het licht brengt over het land van Sumer en Akkad, de eerste onder de koningen, aan wie de vier windstreken gehoorzamen.”
Beeld van een roemrijk wetgever
Het gaat hier om Hammurabi, koning van het Oud-Babylonische rijk, die regeerde van ongeveer 1792 tot 1750 voor Christus (omstreden, volgens low chronology van 1728 tot 1686). Hammurabi verenigde het Babylonische rijk en breidde het flink uit totdat het het belangrijkste rijk van Mesopotamië was geworden, met een gebied van Basra in het zuiden tot in het oosten van Syrië.
Belangrijker dan zijn militaire verrichtingen vond Hammurabi het echter om -in de ogen van zijn tijdgenoten én voor het nageslacht- als wetgever te worden gezien. En dat uiteraard met glans en prestige. Daarom laat Hammurabi in het zwarte basalt beitelen: “Zo hebben Anu de koning der Goden en Enlil de heer van de Hemel mijn naam, Hammurabi, genoemd om het recht in het land te laten zegevieren, om het slechte en verdorvene uit te roeien, om te verhinderen dat de sterke de zwakke onderdrukt en om het land te verlichten net zoals Shamash, de god van de zon. ”
Oog om oog, een stap vooruit?
En daarna volgen zijn beroemde wetten, geschreven in het Akkadisch, de taal van Babylon: bijna 300 artikelen die regels en straffen geven voor even zovele situaties. Voor de moderne westerse lezer komen veel regels nogal hardvochtig over, de zuil bevat volop lijf- en doodstraffen. Bijvoorbeeld artikel 22: “Als een man een diefstal pleegt en wordt gepakt, zal men hem ter dood brengen”. Of artikel 196: “Als iemand een oog uitsteekt van een vrij man, zal ook bij hem een oog worden uitgestoken”, en artikel 200 bepaalt dat bij iemand die een ander een tand uit de mond slaat, ook een tand wordt uitgetrokken. Inderdaad, de uitdrukking “oog om oog – tand om tand” vindt zijn oorsprong in de eeuwenoude wetten van Hammurabi. Toch worden deze wetten gezien als een stap vooruit, omdat ze een eind maakten aan eigenrichting en langdurige familievetes. Na het “oog om oog” hoorde de zaak ook afgedaan te zijn. Bovendien bevatten de wetten van Hammurabi ook bepalingen die verdachten enige bescherming bieden, zoals artikel 1, dat bepaalt dat iemand die een ander van moord beschuldigt zonder met bewijzen te komen, zelf ter dood zal worden gebracht.
En Hammurabi besluit met: “Dit zijn de rechterlijke besluiten van Hammurabi, de bekwame koning, heeft opgesteld om het land in overeenstemming te brengen met de waarheid en orde. Dat iedere man die zich onjuist behandeld voelt, die in een zaak betrokken is, hier voor het beeld van mijzelf, de koning van het recht, verschijnt en zich laat voorlezen wat er op deze zuil is geschreven, en zo mijn kostbare verordeningen kennis neemt, dat mijn zuil zijn zaak aangeeft, dat hij zijn recht ziet, en dat zijn hart zich verlicht voelt.”
Mede door dat soort uitspraken wordt Hammurabi als wetgever in veel landen geëerd. Zo is er op de zuidmuur van het Amerikaanse Hooggerechtshof een afbeelding te vinden van Hammurabi die de wetten van de Babylonische zonnegod in ontvangst neemt. Zo heeft Hammurabi zich inderdaad een plaats in de geschiedenis verworven.
Een nieuw medium, maar voor wie?
Toch is het goed om nog even naar die zuil van Hamurabi te blijven kijken. Het openbaar maken van wetten is een mooie stap, en behalve de eerste wetstekst zou je er ook de eerste vorm van overheidsvoorlichting in kunnen zien, inclusief het gebruik van een -voor die tijd- geheel nieuw communicatiemedium. Maar wie kon er eigenlijk kennis nemen van de boodschap van Hammurabi? De overgrote meerderheid van de bevolking van Babylon kon niet lezen of schrijven. Die kennis was voorbehouden aan een kleine elite van voornamelijk priesters en koninklijke dienaren. Voor de gewone Babyloniërs was de zuil van Hammurabi een vreemd voorwerp van zwarte glimmende steen vol met geheimzinnige tekens en symbolen. Waarschijnlijk was hen wel verteld dat op die zuil de wetten stonden waar ze zich aan moesten houden, maar om kennis van die wetten te nemen was de tussenkomst van een priester nodig. De zuil zal voor hen vooral een symbolische functie hebben gehad, net als bijvoorbeeld tempels en godenbeelden.
Voor de elite, de priesters en koninklijke dienaren, was de betekenis groter: de zuil gaf regels voor rechtsspraak waar ze toch aan gebonden waren, al zal de mate waarin dat in de praktijk gebeurde wel enigszins van de situatie hebben afgehangen. Wat dat betreft heeft Hammurabi wel degelijk bijgedragen aan een vermindering van willekeur.
Toch niet de eerste
De symbolische waarde van Hammurabi’s zuil blijkt ook uit de vindplaats. De zuil is namelijk niet opgegraven in Babylon, maar in Susa, een stad zo’n 300 km ten oosten van Babylon. Zo’n 200 jaar na de regering van Hammurabi is Babylon veroverd door Elamieten, die de zuil meenamen naar hun eigen hoofdstad. Waarschijnlijk niet omdat de Elamieten behoefte hadden aan een goede wetstekst, maar omdat het een symbool was van macht en wijsheid. Al hebben ze vermoedelijk wel delen van de wetten overgenomen.
Ook de constatering uit 1901 dat het om de oudst bekende wetstekst gaat heeft de tand des tijds niet kunnen doorstaan. Inmiddels zijn er in verschillende steden in het oude Mesopotamië wetsteksten of fragmenten daarvan gevonden, en tenminste drie daarvan zijn ouder dat de wetten van Hammurabi. De alleroudste zijn de wetten van Ur-Nammu, koning van de stad Ur van ongeveer 2112-2095 voor Chr, zo’n 400 jaar ouder dan Hammurabi. De wetten van Ur-Nammu zijn iets minder hardvochtig dan die van Hammurabi: zo kostte het breken van iemands tand geen eigen tand, maar 2 zilveren shekels. Maar moord, beroving en overspel kostte je ook in Ur de kop. En ook Ur-Nammu schrijft een inleiding op zijn wetten waarin hij zichzelf presenteert, niet alleen als machtig krijger, maar ook als koning die gewichten standariseert en die vervloekingen, geweld en twisten uitbant en rechtvaardigheid brengt (en bovendien de tempel gerst, 30 schapen en 30 maten boter schenkt).
Naam maken als heerser
Er wordt een patroon zichtbaar: als je in het oude Mesopotamië als koning naam wilde maken, dan was het niet voldoende om een dapper strijder te zijn. Je telde pas echt mee als je wetten maakte voor je volk en je zo presenteerde als een rechtvaardig heerser.
Hammurabi was dus niet origineel met zijn wetten, het paste in de cultuur van zijn tijd. Hij heeft zijn bekendheid te danken aan het feit dat hij het goed wist te formuleren, en doordat hij een goed, duurzaam materiaal koos om zijn wetten in te laten beitelen. En voor een deel aan het toeval. Was men in 1901 in Ur of Nippur opgravingen gaan doen, dan had misschien niet Hammurabi, maar Ur-Nammu aan de zuidmuur van het Amerikaans Hooggerechtshof gehangen.
Dat neemt natuurlijk niet weg dat het opstellen van wetten, die op schrift stellen en ze openbaar maken een belangrijke stap was. Een stap naar een meer geregelde, geordende en -ja ook- een rechtvaardiger samenleving. En een stap in het gebruik van het schrift: van een middel om belastingen en voorraden bij te houden werd het meer en meer een communicatiemiddel. En van beide ontwikkelingen blijft de zuil van Hammurabi een mooi symbool.
Meer informatie:
De zuil van Hammurabi is te zien in het Louvre in Parijs. Foto © Marie-Lan Nguyen / Wikimedia Commons.
Musée du Louvre: http://tinyurl.com/ya6xzdq
André-Salvini Béatrice, Le Code de Hammurabi, Paris, Éditions de la Réunion des musées nationaux, coll. “Solo”, 2003.
Engelse vertaling van de teksten: http://eawc.evansville.edu/anthology/hammurabi.htm
Tags: Babylon, Hammurabi, Hooggerechtshof, imago, Susa, Ur-Nammu, wetgeving