Venetië had de eerste aanval van de Paus afgeslagen. Het had publicatie van het Interdict verhinderd en ervoor gezorgd dat de missen en kerkelijke vieringen gewoon door bleven gaan. Maar vrijwel onmiddellijk na het begin van de Venetiaanse ontkenningsstrategie kwam het pauselijke kamp met tegenmaatregelen. De Paus liet weten dat officiële publicatie van het Interdict in Venetiaans gebied niet noodzakelijk was, het zou voldoende zijn als er sprake was van ‘sufficit fama’, dat wil zeggen voldoende openbare kennis over het Interdict. Dat had gevolgen voor de communicatiestrategie: er werd nu ingezet op informele kanalen, zoals brieven, mondeling doorvertellen en ook graffiti. Eén van de gevolgen was dat beide partijen hun controle over de communicatie zagen verslappen.
Dit is deel 3 over de communicatie-oorlog tussen Venetië en de Paus. Deel 1 staat hier en deel 2 staat hier.
Brieven laten rondslingeren
In deze fase van de communicatieoorlog worden brieven, gewone handgeschreven brieven een belangrijk strijdmiddel. Bisschoppen, jezuïeten, kloosterlingen maar ook edelen sturen van buiten het Venetiaans gebied brieven naar verwanten en bekenden. Doelgroepen zijn in de eerste plaats de priesters en andere geestelijken in Venetië en daarnaast de patriciërs, in de verwachting daar verdeeldheid te zaaien. Binnen Venetiaans gebied laten aanhangers van de Paus de brieven overschrijven zodat ze verder worden verspreid. Ook laat men brieven ‘toevallig’ rondslingeren om ze verder te verspreiden maar ook om de Venetiaanse autoriteiten ongerust te maken.
Wat uitstekend lukt. Venetië verscherpt de censuur: alle inkomende post moet eerst aan een inquisiteur worden voorgelegd. Effectief is het niet: er worden brieven gesmokkeld in hoeden, in boeken en op andere manieren. Bovendien worden in die tijd de koeriers pas betaald bij het afleveren van een brief. Begrijpelijkerwijs zijn zij niet blij met het verlies aan inkomen en zoeken zij wegen om dit tegen te gaan. Dat levert voor de inquisiteurs gênante situaties op: zij moeten betalen om de brieven in handen te krijgen die zij willen verbieden!
Voorlezen in de apotheek
De brieven worden niet alleen verspreid maar ook voorgelezen, niet alleen binnenshuis en in kloosters, maar bijvoorbeeld ook in de apotheken die in die tijd ware informatieknooppunten zijn. Dat laatste is niet direct de bedoeling van de Paus en zijn aanhangers. Men wil vooral de geestelijken en de Venetiaanse elite overtuigen, discussie onder het gewone volk is niet gewenst.
Opvallend is dat ook vrouwen uit de hogere kringen doelgroep zijn van de brievencampagne. Niet vanuit een ideaal van emancipatie, de heersende opvatting is dat vrouwen vanwege hun emotionele en wispelturige aard sterk hechten aan geloofszaken. Daarom zijn zij een geschikt doelwit: zij kunnen hun mannen overtuigen van het juiste standpunt. Dat die vrouwen daar zelf heel uiteenlopende ideeën over hebben wordt voor het gemak genegeerd. Vast staat dat er in huiselijke kring en ook onderling veel over gesproken is.
Strategisch lekken
Brieven zijn ook een manier bij uitstek om informatie te lekken en beide partijen maken daar gebruik van. Berichten over discussies in de Senaat en andere regeringscolleges worden strategisch gelekt, wat schadelijk is voor Venetië, omdat er zo ernstige barsten komen in het beeld van eenheid en harmonie. Lekken worden ook ingezet om druk uit te oefenen, zo wordt er in juli 1606 een brief van de Spaanse koning gelekt waarin deze “totale steun” belooft, inclusief militair optreden. Dat lek komt van verschillende kanten, onder andere van het hof van de Spaanse onderkoning van Napels en ook van een Venetiaans generaal die daarmee hoopt een beter contract te krijgen. Het informele karakter van lekken heeft nog een voordeel: als de situatie verandert kan men het gerucht ontkennen. De Spaanse koning zal later, als er onderhandelingen gaande zijn, zeggen dat die brief over de militaire steun verkeerd is weergegeven.
Een prostituee als proefballon
Lekken laat zich goed combineren met spinnen. In de zomer van 1606 verzamelt Spanje troepen in Milaan die naar de Nederlanden worden gestuurd om tegen prins Maurits te vechten. Tegelijk doet het gerucht de ronde dat deze troepen eigenlijk bedoeld zijn om tegen Venetië op te treden. Een bericht dat slecht weer de oogst in gevaar brengt wordt door pauselijke schrijvers enthousiast verspreid met de toevoeging dat “de hemel de wapens opneemt tegen Venetië”.
Als in Rome de pauselijke autoriteiten een prostituee met de naam Brescia arresteren, wordt dit gespind tot een gerucht dat pauselijke troepen de Venetiaanse stad met dezelfde naam hebben bezet. Dit lijkt duidelijk bedoeld als proefballon, bedoeld om te kijken hoe de bevolking in Venetiaans gebied op zo’n gerucht reageert.
Wat Venetië in deze fase ook niet helpt is het uitgebreide netwerk van informatiemakelaars en broodschrijvers dat in de stad een bestaan heeft. Informatie verzamelen en verspreiden over het Interdict is voor hen een bron van inkomen en zij willen er over publiceren. De censuur op de avvisi, de handgeschreven nieuwsbrieven, wordt verscherpt maar desondanks komt ook via dit kanaal nieuws over het conflict met de Paus in omloop.
Twijfel zaaien met het woord van God
De censuur heeft nog minder greep op twee andere informatiekanalen: mondelinge communicatie en graffiti. Preken zijn al van oudsher een machtig wapen en deze worden ook nu ingezet. Uiteraard verbiedt de Republiek om tijdens de mis te preken over het Interdict en stuurt waarnemers naar de mis om dit te controleren. Priesters die het verbod overtreden worden vermanend toegesproken en zo nodig verbannen of gearresteerd. Maar echt werken doet het niet: priesters houden buiten de mis om gesprekken met gelovigen waarin ze de noodzaak van gehoorzaamheid aan de Paus benadrukken. Jezuïeten gaan -voor hun verbanning- in koppels van twee pleinen en straten af om burgers te overtuigen. Maar lang niet alle priesters kiezen de kant van de paus, er worden ook preken gehouden die de juistheid van het Venetiaans standpunt benadrukken. De Republiek beloont deze loyale priesters met geld en goederen die zij confisqueert van de verbannen Jezuïeten.
Het woord van God wordt dus -vanaf de kansel, op papier en in gesprekken- gebruikt om de verschillende strijdpunten te onderbouwen. Dat leidt tot discussie onder gelovigen en ook tot twijfel. Iets waar geen van beide strijdende partijen op zit te wachten.
De plaats is belangrijk
Graffiti, het schrijven of plakken van slogans en hekeldichten op deuren en muren wordt vanaf het begin ingezet. Niet alleen de boodschap maar ook de plaats waarop die wordt aangebracht is een middel in de strijd. Ze verschijnen op plaatsen waar veel mensen komen, maar ook op plaatsen die symbool zijn van de autoriteit van de Republiek. Geliefde doelwitten zijn kerkdeuren, omdat de Republiek verboden heeft publicatie van het Interdict daar aan te plakken. Op de barakken van het belangrijke fort Palma, een symbool van Venetiaanse macht, schijft een onbekende “Leve de paus en dood aan de Venetianen” als uitdaging aan de autoriteiten. Ook aanhangers van Venetië laten zich niet onbetuigd, al is de Republiek daar niet erg blij mee. Het vestigt de aandacht op het conflict en bovendien is de toon vaak zo antipaaps dat het beeld van Venetië als toonbeeld van katholiek geloof in gevaar komt.
Strategie mislukt
De strategie van ontkenning is mislukt. Ook al gaan de missen gewoon door, het Interdict en het conflict met de paus is algemeen bekend en wordt overal besproken, in de salons van de elite maar ook in de apotheken en op de pleinen. Het beeld van harmonie en eensgezindheid is aangetast en er is echte verdeeldheid in de Senaat en andere regeringscolleges. Toch is ook de partij van de Paus niet voor 100% tevreden. Ze hebben de communicatie niet goed onder controle. Er is een publieke discussie ontstaan. De Franse ambassadeur klaagt dat er over gesproken wordt “door kappers en wasvrouwen”. En dat was nu ook weer niet de bedoeling.
Het slot van de communicatie-oorlog volgt binnenkort.
Tags: censuur, Interdict, lekken, Paulus V, Paus, Rome, Venetië