VenetiëEen communicatieoorlog is zeldzaam. Natuurlijk, communicatie is, meestal in de vorm van propaganda, vrijwel altijd onderdeel van een militair conflict en het komt ook vaak voor dat aan een oorlog een woordenwisseling vooraf gaat. Maar een echte communicatieoorlog, een oorlog tussen staten die van het begin tot het eind met communicatieve wapens wordt uitgevochten, die is zeldzaam.

Zo’n zeldzaam voorbeeld is het conflict tussen de Republiek Venetië en de Paus in 1606/7, toen de Paus een Interdict, een kerkelijke banvloek over de Republiek uitsprak. De Paus was als kerkvorst ook heerser over de Kerkelijke Staat, een flink gebied in Italië van grofweg Rome tot Ravenna. De belangrijkste wereldlijke machthebbers in Italië waren toen overigens de Spanjaarden. Venetië was de enige echt onafhankelijke staat in Italië. De stad had uitgebreide bezittingen op het vasteland, waaronder de steden Verona, Padua en Brescia, en daarnaast een handelsimperium in het Middellandse Zeegebied. Zo was bijvoorbeeld het eiland Kreta Venetiaans bezit.

Het draait om geld en macht

Het conflict tussen Venetië en de Paus ging eigenlijk over heel wereldse zaken. Venetië had enkele jaren eerder wetten uitgevaardigd die het voor kerkelijke instellingen moeilijk maakten om bezit te verwerven. En er was onenigheid over de rechtspraak: moesten geestelijken in het gebied van Venetië die een strafbaar feit hadden begaan berecht worden door een rechtbank van de Republiek of een kerkelijke rechtbank onder gezag van de Paus? Het conflict werd actueel toen Venetië in 1605 twee geestelijken liet arresteren. Op het oog triviale conflicten, maar in werkelijkheid ging het natuurlijk om de vraag wie de macht had.

Het conflict liep dermate hoog op, dat er van een echte communicatieoorlog gesproken kon worden. Ook tijdgenoten zagen het op die manier, zij spraken over een “oorlog met woorden”. Een oorlog die overigens niet alleen bestond uit discussies in pamflet of een verhitte uitwisseling van standpunten. Het open houden of juist afsluiten van communicatiekanalen was een wezenlijk onderdeel van de strijd. Zowel in Venetië als in Rome was de informatievoorziening strak gereguleerd.

De macht bij raden en commissies

Venetië was een republiek maar zeker geen democratie. Het kende een uitgebreid stelsel van raden en commissies, dat zorgvuldig zó was ingericht, dat alle macht berustte bij de ongeveer 2000 leden van oude handelsfamilies (de patriciërs) en dat tegelijk geen enkele individuele patriciër een overheersende machtspositie kon opbouwen. De Doge had als staatshoofd zeker invloed maar kon geen beslissingen doorzetten tegen de wens van de patriciërs in. Benoemingen vonden plaats via geheime verkiezingen onder de patriciërs en soms door aanwijzing door het lot.

De belangrijkste colleges in Venetië waren de Senaat, die tussen 180 en 280 leden telde en de belangrijkste beslissingen nam, en het Collegio, een soort dagelijks bestuur van 25 man dat de beslissingen voorbereidde maar -officieel- geen beslissingen mocht nemen waar een bedrag van meer dan 25 ducaten mee gemoeid was. En dan was er de Raad van Tien, ook wel “de Tien” genoemd, die verantwoordelijk was voor de staatsveiligheid. De Tien bepaalde wie toegang had tot gevoelige informatie, was belast met spionage en contra-spionage en kon iedereen, ook patriciërs, laten arresteren en in het geheim berechten. De Tien benoemde Inquisiteurs, die onderzoek deden naar verdachte praktijken en toezicht hielden op de censuur.

Beeldvorming boven alles

De informatiestromen waren in Venetië staatszaak. Alle informatie voor het bestuur van de Republiek kwam in principe eerst bij de Tien terecht, die bepaalde of het werd doorgegeven en aan wie. Geheimhouding was de norm. Zo werd de Senaat pas na twee maanden op de hoogte gebracht van de arrestatie van de twee geestelijken, de aanleiding voor het conflict met de Paus. Debatten in de Senaat en de andere organen vonden in beslotenheid plaats. Er mocht niets over de debatten naar buiten komen, zelfs het feit dàt er een debat was geweest mocht niet bekend worden. Alleen de uitkomst werd -indien nodig- naar buiten gebracht. Het allesoverheersende doel was het creëren van een beeld van stabiliteit, eenheid en harmonie. Niet voor niets noemde Venetië zichzelf ‘La Serenissima’, de onverstoorbare.

Slagveld met spionnen en broodschrijvers

Uiteraard was de geheimhouding niet zo absoluut als La Serenissima graag zou willen. Venetië was een handelsrepubliek waar kooplieden, diplomaten en spionnen van Egypte tot Schotland en Madrid tot Warschau elkaar ontmoetten, handelden en informatie uitwisselden. Handelsinformatie, nieuws over gebeurtenissen in andere landen en informatie over komende beslissingen van de Republiek had grote waarde, ook financieel. Er leefde in Venetië een flinke groep “informatieprofessionals” die optraden als informatiemakelaars en broodschrijvers. Sommigen hadden een vaste opdrachtgever, bijvoorbeeld de Spaanse ambassadeur en combineerden legaal doorgeven van informatie met spionage. Anderen wisten een inkomen te verwerven door het lekken van informatie. En weer anderen schreven regelmatig nieuwsbrieven, zogeheten avisi, aan een kring van abonnees. Rijk werden deze ‘reportisti’ er doorgaans niet van, maar met een beetje geluk konden ze wel in hun levensonderhoud voorzien. Verder maakten boekhandels en drukkerijen deel uit van de informatie-industrie.

Daarnaast was er een uitgebreid circuit van mondelinge informatie-uitwisseling. Men ontmoette elkaar op pleinen zoals het Rialto, in boekwinkels en vooral in apotheken en kapperszaken. Deze laatste twee waren, mede omdat hier mensen kwamen uit verschillende lagen van de bevolking, de ontmoetings- en uitwisselingsgelegenheid bij uitstek, waar men vaak uren bleef doorpraten en waar ook nieuwsbrieven en pamfletten werden voorgelezen.

Dit was het informatielandschap waarin de communicatieoorlog van 1606/7 zou plaatsvinden. Aanvankelijk vooral onder de oppervlakte, aan het front leek het nog rustig.

Dit is deel 1 over de communicatie-oorlog tussen Venetië en de Paus. Deel 2 hier en deel 3 hier.

Tags: , , , ,

Leave a Reply

You can use these tags: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>