Otto NeurathOtto Neurath in één van mijn helden. Een onwaarschijnlijke held, dat wel. Een dikkige man met een vriendelijk rond gezicht. Een econoom, socioloog en geograaf met een intense belangstelling voor statistiek. Een museumdirecteur die statistiek een centrale plaats gaf in zijn museum. En vooral: een idealist. Een idealist die veel van zijn idealen in rook zag opgaan. Een idealist wiens blijvende erfenis vooral ligt op het vlak van het grafisch ontwerp. Iets wat voor Otto Neurath eigenlijk een middel was en geen doel.
Voor een beter beeld is het goed om terug te gaan naar het Wenen van de jaren ’20 van de 20e eeuw.

Een bijzonder museum

In het Weense Neue Rathaus (het gemeentehuis) was een bijzonder museum gevestigd: het Gesellschafts- und Wirtschaftsmuseum, het Museum voor Economie en Maatschappij. Die locatie was geen toeval: er was bewust gekozen voor een plek waar veel Weense burgers kwamen. Om dezelfde reden waren kopieën van het museum gevestigd op andere drukke plaatsen, zoals in een winkeletalage naast de stedelijke verzekeringsbank. Dat was geheel in lijn met de opvattingen van museumdirecteur Otto Neurath, die vond dat een museum niet een verzamelplaats moest zijn van zeldzame voorwerpen, maar een plaats waar burgers iets konden leren over de stad en de maatschappij waar ze deel van uitmaken. En dat paste weer perfect bij de ideeën van het socialistische stadsbestuur in die tijd.

Dode statistieken tot leven brengen

Het Gesellschafts- und Wirtschaftsmuseum gaf haar bezoekers informatie over economie en maatschappij op basis van wetenschappelijke en statistische informatie. Otto Neurath had zich de opgave gesteld “dode statistieken tot leven te brengen” door sociale en economische feiten door middel van beeld weer te geven. Met zijn team van medewerkers, waaronder de grafisch kunstenaar Gerd Arntz, ontwikkelde hij de “Weense methode voor beeldpedagogiek”, een aantal principes en middelen om kwantitatieve informatie op een aantrekkelijke en begrijpelijke manier in beeld te brengen. Met als uiteindelijk doel de burgers en vooral de arbeiders te informeren over de maatschappij en hen zo de kans te geven daar invloed op uit te oefenen en hun lot in eigen hand te nemen. Die idealen over wat we nu burgerparticipatie of directe democratie zouden noemen waren voor Neurath niet nieuw. Al in 1919, kort na de Eerste Wereldoorlog, had hij geprobeerd ze in praktijk te brengen.

Gebrek aan alles

De situatie in 1919 was chaotisch: Wenen was in één klap gedegradeerd van hoofdstad van het Habsburgse keizerrijk tot een te grote stad in een bescheiden republiek. De Spaanse Griep en voedselgebrek hadden in stad en land huisgehouden. Er was gebrek aan alles: voedsel, woningen, kleding, materialen en ook geld. Letterlijk gebrek aan geld: in 1919 en volgende jaren was ruilhandel in Oostenrijk een alledaags verschijnsel.
Neurath was een sleutelfiguur in verschillende organisaties die als taak hadden voor huisvesting te zorgen, zoals de Gemeinwirtschaftlichen Siedlungs- und Baustoffanstalt (Gesiba, een publieke organisatie voor huisvesting en bouwmaterialen). Neurath ging daarbij uit van radicale ideeën over zelfhulp en zelforganisatie: de burgers kregen de kans hun eigen huis te bouwen in een soort tuindorpen. Gemeente en Gesiba zorgden voor beschikbaarheid van grond en bouwmaterialen waardoor de kosten laag zouden blijven en burgers een kans kregen op een veel betere huisvesting dan in de woonkazernes van voor de 1e Wereldoorlog.  De tuindorpen moeten gemeenschappen worden die deels zelfvoorzienend waren, bijvoorbeeld door het verbouwen van voedsel, waarin de bewoners zelf hun gemeenschap bestuurden. Neurath organiseerde een trainingsprogramma om toekomstige bewoners de vaardigheden te geven om hun woning te bouwen én hun gemeenschap te besturen. Tegenwoordig zou dat “empowerment” worden genoemd. Begin jaren 20 werd een aantal projecten gerealiseerd, zoals Hirschstetten en Leopoldau.

Praktijk valt tegen

De ideeën van Neurath en zijn omgeving trokken veel belangstelling, zo trok de tentoonstelling over Huisvesting en Stedebouw in 1923 meer dan 200 000 bezoekers. Maar de praktijk viel tegen. Het aantal gebouwde woningen was te laag (zo’n 3000 terwijl er behoefte wat aan meer dan 20 000), omliggende gemeenten weigerden land te beschikking te stellen, en toen de economie rond 1923 weer begon te groeien kregen veel arbeiders betaalde banen, waardoor ze geen tijd en behoefte hadden om zelf een huis te bouwen. Het stadsbestuur koos daarom voor een massale productie van goedkope flatwoningen. In 1925 nam Neurath teleurgesteld ontslag.

Museum als massamedium

Maar hij bleef zijn idealen trouw: arbeiders en andere gewone burgers moesten zelf de mogelijkheid krijgen om hun doelen te formuleren en maatschappelijke veranderingen te organiseren. Daarvoor was samenwerking nodig en informatie. Daarmee stond Neurath in de traditie van het Oostenrijks socialisme, dat de nadruk legde op volksopvoeding en zelforganisatie.  Als medium koos Neurath het museum, omdat hij al eerder ervaring had met tentoonstellingen en omdat hij de mogelijkheden zag van het museum als massamedium. Daarom werd het Gesellschafts- und Wirtschaftsmuseum gevestigd in het Neue Rathaus en werden kopiën van het museum op andere drukbezochte plaatsen geïnstalleerd.
Neurath verzamelde een getalenteerd team met uiteenlopende talenten zoals drukkers, fotografen, ontwerpers en wiskundigen. Hij gaf informatie-overdracht door middel van beelden een centrale plaats. De moderne mens, zo constateerde Neurath, verwerft het grootste deel van zijn informatie via beelden zoals foto’s dia’s en films. Het probleem voor Neurath en zijn team was dat de sociale en economische processen met het blote oog niet zichtbaar zijn. Wetenschappelijke en statistische gegevens moesten zo worden georganiseerd en vormgegeven dat de informatie effectief werd overgebracht.

Isotype

Zo ontstond een beeldtaal die aanvankelijk bekend stond als de Weense methode van Beeldstatistiek en in 1935 werd hernoemd in Isotype, de naam waaronder deze beeldtaal nog steeds bekend staat. Eén van de principes is dat grotere hoeveelheden moeten worden weergegeven door een groter aantal symbolen, en niet door en groter symbool, omdat dat laatste voor het publiek lastiger te beoordelen is. Het ging Neurath er om de harde, kwantitatieve feiten op zo’n manier over te brengen dat “een toevallige bezoeker tijdens diens koffiepauze” op een vanzelfsprekende manier nieuwe kennis opdeed. Mensen moesten erdoor aan het denken worden gezet. Bijvoorbeeld door het informatiepaneel dat het verband aangaf tussen het voorkomen van tubercolose en inkomen, of door feiten over bedrijfsongevallen en over pensioenverzekeringen. Behalve tentoonstellingen maakte het museum boeken, pamfletten, diashows en films.

Internationale beeldtaal

In 1929 standariseerde graficus Gerd Arntz de beeldtaal en gaf haar de karakteristieke vorm waaronder Isotype nu nog bekend is. Begin jaren ’30 ging Neurath zich meer toeleggen op internationale activiteiten. Er ontstonden “kopieën” van zijn museum in Moskou, Berlijn, Amsterdam, Den Haag en New York. Sommigen daarvan kregen de naam “Mundaneum”, het wereldmuseum dat Neurath samen met de Belg Paul Otlet vergeefs van de grond probeerde te krijgen. Tegelijk werkte hij samen met Arntz en anderen aan een internationale beeldtaal die door standarisering de informatie-uitwisseling en onderling begrip moesten vergroten. “Words divide – images unite” was daarbij het motto. Met Isotype hadden Neurath en Arntz grote invloed op de ontwikkeling van pictogrammen die tegenwoordig wereldwijd worden toegepast, bijvoorbeeld op vliegvelden, stations en publieke gebouwen.

Vlucht naar Nederland

De musea en tentoonstellingen van Neurath waren een succes waar het gaat om aantallen bezoekers. Het museum in Wenen had zo’n 2000 bezoekers per dag en een tentoonstelling in Düsseldorf trok 8 miljoen bezoekers in een jaar tijd.
Maar de idealen van Neurath werden daarmee niet verwezenlijkt. In 1934 werd het Gesellschafts- und Wirtschaftsmuseum gesloten nadat in een korte burgeroorlog het socialistische stadsbestuur van Wenen was afgezet en Oostenrijk een dictatoriale staat werd naat Italiaans fascistisch model. Neurath liep als prominent socialist gevaar en vluchtte naar Nederland, waar hij samen met Arntz de Stichting voor Beeldpaedagogie opzette. Hij organiseerde een aantal internationale congressen en publicaties, waaronder “De moderne mensch ontstaat” (1939/40), een beschrijving in tekst en beeld van een aantal wereldwijde trends en patronen.
Im mei 1940 vluchtte Neurath opnieuw, nu naar Engeland, waar hij zijn werk voorzette en ook een bijdrage leverde aan de oorlogspropaganda. In 1945 overleed hij daar op 63-jarige leeftijd, zonder de realisatie van zijn idealen gezien te hebben.

Waarom is Neurath een held?

In de eerste plaats door zijn voortdurende streven om mensen meer invloed te geven op de maatschappij waarin ze leven, en het besef dat zoiets niet vrijblijvend is, maar dat mensen dan ook inzicht nodig hebben in die maatschappij. Zodat de beelden waarop men zich een oordeel vormt niet gebaseerd zijn op vluchtige impressies of onderbuikgevoelens, maar op feitelijke informatie. Deze oude socialistische ideeën over Bildungspolitik klinken misschien ouderwets, maar hebben nog niet aan actualiteit verloren.
Neurath past goed in de beweging van schilders, architecten en andere kunstenaars die in de jaren na de eerste wereldoorlog met hun werk niet alleen de kunst vernieuwden, maar dat koppelden aan ideeën over een betere maatschappij. Denk aan De Stijl in Nederland, Bauhaus in Duitsland en de groep architecten rond Le Corbusier. Neurath had -als vanzelfsprekend- ook contacten met deze groepen.
Ten tweede door de manier waarop Neurath statistische informatie en andere wetenschappelijke gegevens op een begrijpelijke en aansprekende vorm heeft weten te geven, waarbij vorm en inhoud onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn. Een publicatie als “De moderne mensch onstaat” is nog steeds een inspiratiebron voor degenen die abstracte informatie willen overbrengen.
Dat Neurath tegelijkertijd een wat tragisch figuur is die weinig van zijn idealen realiteit heeft zien worden en desondanks niet opgaf, maakt hem alleen maar interessanter.

Bronnen
Otto Neurath – The language of the global polis; N. Vossoughian; NAI Publishers, Rotterdam 2008
Lovely language – word divide, images unite; E. Annink en M. Bruinsma, Veenman, Rotterdam 2008

Webdossier After Neurath

Publicatie International Picture Language
Beelden uit “De moderne mensch ontstaat”
Het Gerd Arntz web archive (Isotype)

Tags: , , , , , , ,

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.